Tijdens de speltherapie doorlopen we drie fases: de beginfase, verdiepende fase en eindfase.
1. Beginfase
Bij de start van de therapie is het belangrijkste doel om een vertrouwensband op te bouwen. Deze fase wordt ook wel de verkennende fase genoemd. Uw kind krijgt de vrijheid om te durven spelen en mij als therapeut hierin mee te nemen. De hulpvraag van uw kind wordt in de eerste sessies vaak al duidelijk of aangescherpt. In het begin is de rol van mij als therapeut vooral observerend om te zien waar uw kind mee komt. Zo krijgt uw kind de ruimte om aan te geven wat hij of zij nodig heeft en welke hulpbronnen hij of zij laat zien.
2. Verdiepende fase
Na de observaties staat de verdiepende fase meer in het teken van verdieping en verwerking van de problematiek. In deze fase neemt de intensiteit van het spel toe en worden moeilijke of pijnlijke thema’s al spelend inzichtelijk en uitgediept. Uw kind krijgt de mogelijkheid om gevoelens en ervaringen steeds opnieuw te uiten en te beleven in het spel. In deze fase wordt ook geëxperimenteerd met nieuw gedrag van uw kind. Door deze ontwikkelingen kunnen de emoties tijdelijk heftiger worden.
Als therapeut verandert de rol dan ook van observeren naar meer interventies plegen om uw kind bewust te maken van gedrag en gevoelens. Daarnaast spelen we mee, ondersteunen en bekrachtigen we uw kind in zijn of haar oplossingen. Zo krijgt uw kind meer controle over zijn of haar huidige gedrag. Tijdens deze fase is de behoefte per kind verschillend, het kan zijn dat er veel structuur geboden wordt of juist meer ruimte nodig is.
3. Eindfase
Wanneer de intensiteit van het spel afneemt komen we in de eindfase. Uw kind heeft meer vertrouwen en voelt zich sterk genoeg om zonder therapie verder te gaan. Kenmerkend voor deze fase is dat de focus niet meer op de problemen ligt maar dat het ‘normale leven’ belangrijker wordt. In overleg met zowel ouder(s) als kind bouwen we de therapie af en kunnen we afsluiten op het juiste moment. Dit moment kan ook zijn wanneer het doel behaald is. Dan kan uw kind in toekomstige situaties zijn of haar eigen kracht gebruiken en op eigen mogelijkheden vertrouwen.